Hoe benut je open data als publieke organisatie?

Open data is de sleutel tot een transparante overheid, snellere innovatie en betere dienstverlening. Maar veel publieke organisaties worstelen nog met de vraag: hoe benutten we die data écht? Niet alleen publiceren om te voldoen aan wet- en regelgeving, maar open data inzetten als strategisch hulpmiddel voor beleid, samenwerking en impact. In deze blog lees je hoe je dat stap voor stap aanpakt.

Wat is open data eigenlijk?

Open data zijn gegevens die door de overheid of publieke organisaties beschikbaar worden gesteld, zonder beperkingen op gebruik of hergebruik. Denk aan cijfers over verkeersstromen, luchtkwaliteit, energieverbruik of begrotingen. Deze data zijn vrij toegankelijk, meestal via platforms als het Nationaal Georegister, data.overheid.nl of gemeentelijke dataportalen.

De voordelen? Transparantie, betere besluitvorming, betrokken burgers en ruimte voor innovatie. Maar dan moet je wel weten hoe je het potentieel benut.

1. Denk vanuit maatschappelijke opgaven

Open data werkt het best als het verbonden is aan échte vraagstukken. Veel organisaties beginnen bij de techniek of de data zelf – maar dat leidt zelden tot gebruik. Stel jezelf daarom eerst de vraag: welke opgaven willen we oplossen?

  • Woningbouw: data over beschikbare locaties, vergunningen en woningprijzen helpen beleidsmakers én burgers om inzicht te krijgen in de woningmarkt.
  • Energietransitie: open data over zonnepaneelinstallaties, energieverbruik en netcapaciteit kunnen netbeheerders en gemeenten helpen bij ruimtelijke keuzes.
  • Participatie: inzicht in meldingen openbare ruimte of resultaten van burgerpeilingen vergroot de betrokkenheid en het vertrouwen van inwoners.

Door vanuit deze opgaven te denken, wordt duidelijk welke data je nodig hebt — en voor wie.

2. Ontwikkel een datastrategie met interne ambassadeurs

Open data is geen ICT-feestje. Het vraagt om organisatiebrede betrokkenheid. Zorg daarom voor een datastrategie waarin je beschrijft:

  • Welke datasets je beschikbaar stelt (en waarom)
  • Wie eigenaar is van de data
  • Hoe je data beheert en actualiseert
  • Op welke manier je datagedreven werken stimuleert

Koppel aan elke dataset een ambassadeur: een beleidsmedewerker of data-analist die het nut en gebruik van de data kan toelichten. Zo voorkom je dat data een anonieme brij wordt zonder context.

Een goed voorbeeld is de gemeente Utrecht, waar elk beleidsdomein een eigen “datacoördinator” heeft. Die persoon vertaalt de informatiebehoefte naar datasets en helpt collega’s én externen op weg.

3. Maak het gebruik laagdrempelig

Open data publiceren is stap één, maar dat betekent nog niet dat het ook gebruikt wordt. Maak het voor gebruikers zo makkelijk mogelijk:

  • Zorg voor een gebruiksvriendelijk dataportaal met filters, downloadopties en heldere uitleg.
  • Visualiseer je data met kaarten, dashboards of infographics.
  • Bied context: leg uit waarom de data relevant is, hoe ze tot stand komt en wat de beperkingen zijn.

Een mooi voorbeeld is de Luchtmeetnet-kaart van het RIVM. Die toont realtime luchtkwaliteit per locatie, inclusief uitleg over gezondheidsrisico’s. Daarmee is de data niet alleen open, maar ook begrijpelijk én bruikbaar voor burgers.

4. Stimuleer hergebruik: zoek de samenwerking op

Open data krijgt pas echt waarde als anderen ermee aan de slag gaan. Denk aan:

  • Startups of developers die nieuwe apps bouwen (denk aan Buienradar of Parkmobile)
  • Onderzoekers die beleid evalueren op basis van data
  • Burgerinitiatieven die zelf analyses maken of dashboards bouwen

Zet hackathons, challenges of datalabs in om samenwerking te stimuleren. Bijvoorbeeld zoals de provincie Zuid-Holland, die met het ‘Data Science for Public Good’-programma studenten koppelt aan beleidsvragen, met open data als basis.

Tip: organiseer een terugkerende ‘open data-dag’ waarin je datasets presenteert, ervaringen deelt en input ophaalt.

5. Gebruik data voor storytelling en communicatie

Data hoeft niet droog te zijn. Integendeel: goed gepresenteerde data versterkt je verhaal. Laat met cijfers zien:

  • Hoeveel meldingen over zwerfafval zijn opgelost
  • Hoe de luchtkwaliteit zich ontwikkelt in verschillende wijken
  • Welke impact een nieuw beleid heeft gehad

Door open data in te zetten voor storytelling, vergroot je de transparantie én de impact van je communicatie. Publiceer bijvoorbeeld regelmatig een ‘datavisueel van de maand’ op je website of sociale media.

6. Begin klein, leer snel, schaal slim op

Het is niet nodig om meteen een volledig databeleid of groot portaal op te tuigen. Begin met een klein, actueel thema dat leeft binnen én buiten je organisatie. Kies één dataset, geef die goede context en nodig gebruikers uit om ermee aan de slag te gaan. Verzamel feedback, verbeter en bouw verder.

Zoals gemeente Haarlem deed met hun meldingenkaart: een kaart waarop inwoners live kunnen zien waar meldingen in de openbare ruimte gedaan zijn én wat ermee is gebeurd. Klein gestart, maar inmiddels onderdeel van hun bredere open data-strategie.

Open data is geen eindstation, maar een vliegwiel. Voor betere samenwerking, slimmere keuzes en meer vertrouwen. Het benutten ervan vraagt om lef, samenwerking en een open houding. Maar vooral om één ding: doen.

Dus stel jezelf vandaag nog de vraag: welke data kunnen wij delen om morgen het verschil te maken?